De Dorpsstraat in de 20e eeuw.

wie er woonden en werkten.

 

De straat die we tegenwoordig Dorpsstraat noemen en die nu de belangrijkste winkelstraat van ons dorp is, was tweehonderd jaar geleden een onbeduidende zandweg, waarover zich weinig verkeer zal hebben verplaatst.

De weg had namelijk nauwelijks een achterland, je kon hooguit naar Ruurlo en dan, noodgedwongen, richting Borculo, anders liep je vast in een immens en vrijwel ondoordringbaar moerassengebied tussen Ruurlo en Groenlo.

 

De Dorpsstraat in 1864, geschilderd door onze plaatsgenoot Jan Jacob Zuidema Broos, geboren in Linde en, toen zijn ouders verhuisden naar Wijhe, opgegroeid bij en opgevoed door zijn grootouders Jacob Ensink (schoolmeester en ontvanger der belastingen) en Anna Christina Dietz die iets verderop woonden.

Pas toen er in 1826 van Staatswege werd besloten om de Achterhoek te ontsluiten door het aanleggen van een straatweg van Deventer over Zutphen naar Winterswijk en die weg tevens aan te leggen door het dorp Vorden en niet er om heen, kwam ons mooie dorp tot leven en kon er geleidelijk een levensvatbare kern ontstaan langs deze route.

 

Met beelden en tekst wil ik proberen de laatste circa 100 jaren van deze evolutie te schetsen.

 

1; Als we vanaf Ruurlo de Dorpsstraat in komen is rechts het kantoorpand van notaris Hulleman.

 

Al in 1800 stond hier een behuizing en deze had het huisnummer1. De eerst bekende bewoner in 1800 was Jacob Levij die, bij zijn overlijden in 1808 een vrouw en dochter achterliet. Daarna was in dit pand o.a. een klompenmakerij en een tapperij gevestigd.

Vanaf 1885 was hier het groenten- en fruitbedrijf van de familie Camperman gevestigd. Hun dochter Grada trouwde in 1905 met Hendrik Klumper uit Zelhem en zij zetten samen dit bedrijf voort.

 

In 1925 kochten zij het pand van de familie Van der Borch van huize Vorden.

Hun twee kinderen, Eef en Gerda, hielpen al vroeg mee in het bedrijf en zoon Eef heeft het bedrijf voortgezet en uitgebreid met bloemen en plantenverkoop, samen met zijn vrouw Alie Wissels, die de winkel deed.

Eef ventte met paard en wagen groenten en fruit en was een bekende verschijning in het dorp.

De kinderen Klumper waren in hun vrije tijd geboren toneelspelers en aan hun kunsten denken duizenden dorpelingen nu nog met plezier en heimwee terug. Eef heeft tot op hoge leeftijd bij meerdere amateurtoneelverenigingen als regisseur gefungeerd en zijn zuster Gerda was o.a. zeer bekend en geliefd om haar optredens in Achterhoeks dialect als conferencier ‘Gerritjen Brummelstruuk’.

 

Mede door de enorme concurrentie door de opkomst van de supermarkten werd de verkoop van groenten en fruit in 1980 beëindigd. Een bewaard gebleven uitspraak van Eef uit die tijd tegen een vooruitstrevende supermarkteigenaar die groenten en fruit ging aanbieden in zijn winkel: Wat maak ie mien noe, ik gao toch ok gin suuker verkopen? Maar die vorm van vooruitgang kon hij natuurlijk niet tegenhouden.

Gradie Klumper, dochter van Eef en Alie heeft de bloemen en plantenwinkel nog voortgezet, maar in 1985 werd die verhuurd aan Elbrink.

Het groenten en fruitgedeelte is nog een tijdje voortgezet door resp. Brunnekreeft en Huiting en in 1990 verplaatst naar een nieuw pand aan de Burg. Galléestraat.

Daarna heeft het pand nog onderdak  geboden aan een kledingzaak en een makelaarskantoor en nu dus als notariskantoor.

 

 

 

2. In dit pand zal binnenkort de Winkel van Sinkel gevestigd worden.

In begin 20e eeuw was hier de schoenmakerij van de familie Grotenhuis Ten Harkel gevestigd, daarna woonde er de familie Kok, hij was een gepensioneerd militair, zij was ‘juffrouw Kok de vroedvrouw’.

In 1938 vestigde zich hier schoenmaker Gerrit Albers met zijn jonge gezin. Het pand werd verbouwd tot werkplaats annex winkel, het domein van Gerrits vrouw Dina Weenk.

 

Gerrit had het schoenmakersvak met de paplepel ingegoten gekregen want zijn vader had een schoenmakerij op de Nieuwstad. Voor scholing bezocht hij, per fiets, de schoenmakersopleiding in Deventer en kreeg hij zijn praktijkopleiding, zoals toen algemeen gebruikelijk, bij andere schoenmakers, in het geval van Gerrit zelfs in Brussel.

Hij was een zeer goed vakman, maar soms wat moeilijk in de omgang, dan was hij onderhevig aan stemmingen. Verder was hij een vurig socialist en stak dit niet onder stoelen of banken, al zeker niet tegenover zijn buren van bakkerij Schuppers, die vurige democraten waren. Gerrit schroomde in de verkiezingstijd niet om zelfs met een spandoek de weg op te gaan, dit tot grote hilariteit van de buurt.

Het gezin Albers kreeg vier kinderen, Herman, Joke, Gerrie en Ans, geen van hen heeft de schoenmakerstraditie voortgezet.

Ruim na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is Gerrit Albers in 1963 met zijn schoenmakersbedrijf gestopt.

Daarna is het pand verkocht en afgebroken en is er de Nuts- later Bondsspaarbank gebouwd.

Ook Foto Zijlemaker is hier nog een poosje gevestigd geweest.

In 1982 kwam het pand leeg te staan en werd het gekocht door de familie Sueters, die op De Kranenburg al een speelgoed- huishoud- en cadeauwinkel bezat.

Het pand werd verbouwd tot winkel en in 1984 geopend. Daarna is het nog tweemaal vergroot en werd het assortiment verder uitgebreid met muziek- lectuur en kantoorartikelen.

Helaas stond het pand de laatste tijd weer leeg maar nu is er het plan om er een verzameling kleine winkeltjes in te beginnen.

 

 

3: Tussen dit pand en het volgende is er een toegangsweg naar een typisch dorpsboerderijtje, dat een meter of dertig naar achteren staat en eigenlijk nauwelijks opvalt.

    In het begin van de vorige eeuw woonden daar Antoon en Jans Maalderink. Wij, als kinderen,  dachten dat ze man en vrouw waren, want beiden hadden spierwit haar en hij bovendien nog een grote witte baard. Het bleek later echter dat het vader en dochter waren, hij weduwnaar en zij was ongetrouwd gebleven. Het was een hartelijk stel die door de hele buurt op handen gedragen werd en ‘ome Toone en tante Jans’ genoemd werden. Antoon was eerst landbouwer en later ook wisselloper, tot op hoge leeftijd liep hij nog éénmaal per week naar Hengelo(Gld). Na zijn dood ging zijn dochter Jans inwonen bij haar zuster, die getrouwd was met Pardijs de postbode, die op de Stationsweg woonde.

    Daarna woonden jarenlang de families Boers, Visschers en ter Linde in dit boerderijtje.

    Enkele jaren geleden waren er plannen om in het pand van Boerstoel en op het onbebouwde gedeelte achter deze huizen een grote supermarkt te doen verrijzen met daarbij natuurlijk een knots van een parkeerplaats, wat dan zeker ten koste zou zijn gegaan van dit unieke boerderijtje, maar door voortschrijdend inzicht (gelukkig ?) zijn die plannen nooit uitgevoerd.

     

     

    1. In het volgende pand is nu de brood- en banketbakkerij van Bakker Joop gevestigd.

    Op deze plek bevindt zich al meer dan 160 jaar een bakkerij want in 1854 vestigde zich hier de in Vorden geboren bakker Jacob Muetstege met zijn gezin, komend uit Zutphen.

    Als je de levensloop van Jacob Muetstege en zijn echtgenotes volgt dan ben je getuige van zeer veel verdriet en ellende. Jacob is namelijk drie keer getrouwd, aangezien zijn eerste twee echtgenoten beiden in het kraambed zijn overleden. Op zich is dat al bijna onvoorstelbaar maar zeker geen ongewoon verschijnsel in die dagen. In totaal verwekte hij bij die twee echtgenotes vijftien kinderen, waarvan er slechts drie de volwassen leeftijd bereikten, dat is pas echt onvoorstelbaar.

    In 1901 verkocht Jacob het pand op deze plek aan het net getrouwde echtpaar Evert Schuppers en Hanna Kreeftenberg uit Wichmond. Evert kwam uit een bakkersfamilie en zijn vrouw uit een molenaars- en molenbouwersgeslacht. Ter vergelijking met het gezin hier boven; Evert kwam uit een gezin met twaalf kinderen en twee moeders, Hanna kwam uit een gezin met twaalf kinderen en drie moeders. Veel kinderen was dus in die tijd geen uitzondering, evenals vroege sterfte bij vrouwen na zwangerschap.

     

    Het jonge echtpaar Schuppers ging in Vorden voortvarend aan de slag met hun bakkersbedrijf en de zaken gingen zo voorspoedig dat ze besloten om ter gelegenheid van hun 25-jarig huwelijksjubileum in 1926 het oude bakkerspand af te laten breken en op dezelfde plek een nieuw bedrijfspand te laten bouwen met de allernieuwste snufjes op bakkergebied, zoals een elektrische bakoven en een moderne winkel om je vingers bij af te likken.

     

    Zakelijk werd er dus een zeer vooruitstrevend beleid gevoerd, wat dan weer in schril contrast stond met andere zaken waar conservatisme hoogtij vierde, zoals in het geval van hun oudste dochter. Die wilde dolgraag bakker worden, maar dat werd  door haar vader resoluut afgewezen met de mededeling: Gin vrouwluu in mien bakkerieje. Tegenspraak overbodig!

    Ze werd daarentegen eenvoudig in de leer gedaan bij een  collega bakker met een sjieke banketbakkerswinkel om het vak van winkelmeisje te leren.

    Het echtpaar Schuppers kreeg 7 kinderen: Bertha, Jan, Evert, Lien, Joop en een doodgeboren tweeling. Oudste zoon, Jan, kwam in de zaak en zette die voort na de dood van zijn ouders. Zoon Evert is jong (24 jaar) overleden. Joop is na een carrière als o.a. ambtenaar en beroepsmilitair in 1950 getrouwd met Marie Roozendaal en daarna bij zijn broer Jan in de bakkerij gekomen. Bertha en Lien zijn beiden getrouwd met resp. kippenhouder Willem Jansen en boekdrukker/dirigent Derk Wolters. Jan Schuppers trouwde in 1937 met Jo Bekkenkamp en zij deed vanaf die dag de winkel. Zij kregen samen vier kinderen: Eef, Gerrit Jan en Hans. Jan was ook een goed bestuurder en was onder andere jarenlang bestuurslid van Het Nut.

    Toen Jan Schuppers in 1968 overleed werd de zaak verkocht aan bakker Van Groningen, die echter wegens ziekte gedwongen was om te stoppen met zijn werkzaamheden. Hij verkocht het bedrijf in 1975 aan Jan Oplaat, tot die tijd bakker/kruidenier in de Wildenborch. Jan en Hermien Oplaat hebben het bedrijf voortgezet tot 1996 en toen verkocht aan Gerard Berendsen. Deze verkocht het bedrijf ruim twee jaar later aan Joop Bruggink, de huidige eigenaar.

     

    Tussen het bakkerspand en het volgende pand is een brede ruimte. Dat was vroeger de toegang tot de molen, die achter het bakkerspand aan de tegenwoordige Molenweg stond. Deze ‘Stenderkaste’ was in de laatste fase eigendom van Lebbink, die aan de overkant van de Dorpsstraat woonde. Hierover komen we verderop in dit artikel nog terug.

     

    1. We komen nu bij het woonhuis met winkelpand en werkplaats van Boerstoel.

    In de 19e eeuw stond daar een molenaarshuis, waarin molenaar Oldenampsen woonde.

    De familie Hermanus Oldenampsen heeft omstreeks de eeuwwisseling ook dit huidige huis laten bouwen. Zijn weduwe heeft het in 1921 verkocht aan Hidde van der Wal, die aan de overkant van de weg woonde en daar een oude woning en een schilderswerkplaats had.

     

    Hidde bouwde bij zijn nieuw verworven woning een schilderswerkplaats met daarvoor een winkel voor schildersbenodigdheden.

    Twee van de zonen van Hidde, Jan en Jo van der Wal, zetten samen het schildersbedrijf voort, maar het winkelgedeelte ging steeds beter lopen en er werden allengs ook drogisterijartikelen verkocht. Dit vereiste op den duur een studie om deze zaken te mogen verkopen en Jo ging daarvoor de benodigde papieren halen.

    De zaken werden toen gesplitst, Jan ging het schildersbedrijf doen en trouwde in 1932 met de Duitse Lotte Hahn, die tot die tijd bij Hotel Jansen in de bediening werkte. Het echtpaar bleef kinderloos. Het schildersbedrijf werd door gebrek aan een opvolger in 1964, met 5 man personeel, overgenomen door Ton Greuters en Leo Westerhof. Zij verplaatsten in 1965 hun schildersbedrijf naar een ander adres, namelijk Het Hoge 3.

    Jo werd drogist en trouwde in 1936 met Dine Groot Obbink. Zij kregen in 1940 een zoon, Hidde. De drogisterij van de Van der Wals kreeg de toepasselijke naam “De Olde Meulle”, want die stond praktisch in hun achtertuin

    Jo en Dine waren, buiten hun drogisterij, vele jaren zeer gedreven leden van de Vordense dansgroep “De Knupduukskes”, waarin Jo ook jarenlang een bestuursfunctie vervulde.

     

    De drogisterij werd later overgedaan aan hun zoon Hidde, die zijn assortiment ook nog uitbreidde met een afdeling rookartikelen, maar hij was tenslotte toch genoodzaakt om, door de veranderde economische omstandigheden, het bedrijf in 1983 te sluiten.

    Het pand werd toen gekocht door Johan en Alie Boerstoel die een schildersbedrijf annex ‘doe het zelf winkel’ aan de Insulindelaan bestierden. De winkel groeide  daar langzamerhand uit zijn jasje.  Ze kregen aan de Dorpsstraat aanzienlijk meer ruimte en natuurlijk ook een winkel op een A-locatie! Ook werd de werkplaats achter de winkel vernieuwd.

    Johan en Alie hadden twee zonen, Joop en Dick. Joop besloot om musicus te worden en Dick besloot om op de duur het schildersbedrijf voort te zetten en haalde daarvoor alle benodigde diploma’s en is in 1989 in het bedrijf gekomen.

    Mede door de van rijkswege steeds maar zwaarder wordende vestigings- en milieueisen werd besloten het schildersbedrijf te verplaatsen naar een nieuw te bouwen bedrijfspand op bedrijventerrein Werkveld, wat in 2004 zijn beslag kreeg.

    Ook het voortzetten van de winkel werd onmogelijk door het niet kunnen vinden van een geschikte opvolger en dus werd uiteindelijk besloten deze te sluiten.

    Gemeentelijke plannen om achter dit pand een supermarkt te bouwen werden, door een  veranderende marktsituatie niet gerealiseerd en sindsdien heeft het pand meerdere tijdelijke bestemmingen gehad. Hopelijk wordt hiervoor spoedig een definitieve oplossing gevonden.

     

     

     

    6. In 1922 werd op deze plek een woonhuis met kantoor voor de kassier van de Coöp. Boerenleenbank gebouwd. Deze was sinds de oprichting in 1906 gevestigd in de woonkamer thuis bij de kassier Hendrik Jan Tjoonk aan de Pastorieweg en dit was een hele vooruitgang, dus. Ook werd toen zijn salaris aangepast aan zijn belangrijke en verantwoordelijke taak en vastgesteld op ƒ 750,- per jaar.

    Na bijna 25 jaar kassier te zijn geweest trad de heer Tjoonk in 1930 terug en werd opgevolgd door de heer H. Kapelle.

    In 1935 bleek dit pand niet langer geschikt en verbouwing bleek niet tot de mogelijkheden te behoren, dus werd er besloten ‘met vermijding van luxe’ een nieuw pand te bouwen aan de Ruurloseweg.

    Sindsdien heeft het oude pand verschillende bewoners gehad. De eerste was meester Fokkens, meester aan de school op Het Hoge. Daarna de familie Koning, hij was advocaat en zij had een tandartspraktijk schuin aan de overkant van de weg in de voorkamer van de familie Klein Lebbink. Later is deze praktijk verplaatst naar hun eigen huis en was de lange tandartstraditie in dit pand begonnen. Na de oorlog is de familie Koning geëmigreerd naar Frejus in Frankrijk, waar ze een camping begonnen. Mevrouw van der Werf nam de tandartspraktijk toen over, later werd die voortgezet door tandarts Hijlkema. De heer Edens was op deze plek de laatste tandarts. Hij is in oktober 1994 vertrokken.

     

    1. Op de hoek van de Insulindelaan staat dit prachtig verbouwde huis annex dependance van het aan de overkant gelegen Hotel Bakker. Hier woont het echtpaar Bakker senior.

    Van oorsprong was dit de woning/winkel van de familie Emsbroek en werd in de werkplaats achter het huis door zoon Hermanus Bernardus in 1904 de eerste fiets in elkaar gezet. Het werd een succes en Herman ontwikkelde zich als grossier en handelaar in fietsen. Met financiële hulp van H.G. Poesse van het gelijknamige vleesverwerkingsbedrijf werd de zaak voortvarend aangepakt en ontstond de EMPO fietsenfabriek.

    Er ontstond langzamerhand een bedrijfsruimte die zich in het laatst uitstrekte tot aan de Molenweg. Om toch verder te kunnen uitbreiden werd besloten om een geheel nieuwe fabriek te bouwen aan de Enkweg en die werd in 1938 in gebruik genomen.

    Het huis werd toen verbouwd. De winkel werd bij aan het woonhuis getrokken en het echtpaar Emsbroek-Steenman heeft er nog vele jaren met plezier hgewoond.

    Later is het pand gekocht door de familie Bakker van het gelijknamige hotel aan de overkant van de weg.

    1. Verder richting het centrum treffen we nu een groot parkeerterrein aan. Eigenlijk een ongewone en onlogische leegte in de verder vrijwel aaneengesloten kom van het dorp

    Als we terugkijken naar het schilderij van Zuidema-Broos op bladzijde 1,  zien we dat daar altijd al een open ruimte was. De huizen rechts staan kennelijk langs wat nu de Kerkstraat heet. Er is een iets verhoogde, met struiken begroeide ruimte te zien, waarachter het dak van de toenmalige school te zien is. Deze open ruimte heeft zeker geen brinkachtige functie, het geeft eerder een parkachtig idee. We kunnen er van uit gaan dat de situatie werkelijk zo was in 1864, want Jan Jacob Zuidema-Broos stond bekend als een zeer gedetailleerd schilder.

    In 1876 werd op het deel van die open ruimte, net naast de school, een ‘cultureel’ gebouw gesticht door het in 1818 opgerichte Departement Vorden van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Op 23 november van dat jaar werd het gebouw feestelijk geopend met onder andere een muzikaal optreden van de Vordense muziekvereniging Concordia, die toen ruim vijf jaar bestond. De dertien leden kregen voor dit optreden ieder 50 cent uit de kas voor vertering. Kijk, dat waren nog eens tijden!

     

    Op de foto kunnen we zien dat het een prachtig klassiek gebouw was.  Er hebben tientallen jaren lang talloze culturele optredens in plaatsgevonden. Het gebouw had een grote toneelzaal waarin onder andere concerten, toneelvoorstellingen, maar ook muziek-, gymnastiek-, en operetteuitvoeringen werden gegeven.

    Na een verbouwing werd er op de 1e verdieping de Nutsbibliotheek gevestigd, toen één van de kerntaken van deze Maatschappij, naast de Nutsspaarbank en de Nutskleuterschool. Later kwam daar nog een Nuts Blokfluit- en Melodiaclub bij. In 1973 is de Nutsbibliotheek overgegaan naar Provinciale Openbare Bibliotheek.

    Aan de oostkant van Het Nut werd door de familie Ensink, van het gelijknamige hotel, aan de overkant van de weg een overtuin aangelegd waarin het heerlijk toeven was. Ook stond in die overtuin een overdekte wachtruimte voor de tram en een open muziekkoepel, waarin ‘s zomers diverse keren een concert werd gegeven; super gezellig, uiteraard!

    Het gebouw is minstens drie maal verbouwd en toen was er van het ooit zo prachtige ontwerp, jammer genoeg, vrijwel niets moois meer over.

    Na de laatste verbouwing is het hele gebouw als bibliotheek ingericht en zijn de toneelvoorzieningen ondergebracht in de tot Dorpshuis verbouwde  ‘Oude Empo’.

    Bij de herinrichting van het gehele centrum van het dorp in 2012 is het gebouw op deze plek afgebroken om nu plaats te bieden aan parkeerplaatsen voor auto’s.

    1. Het Meestershuis, sinds enige tijd verbouwd tot Grand Café, is in 1906 gebouwd op de plek, waar sinds 1835 de openbare lagere school had gestaan. Deze school was in 1901 vervangen door een nieuw gebouw aan de Kerkstraat dat, na meer dan honderd jaar trouwe dienst, enkele jaren geleden is gesloopt en op dezelfde plaats is herbouwd.

    De eerdere meesterswoning heeft op het huidige Marktplein gestaan. Daarin hebben o.a. twee generaties van de onderwijzersfamilie Ensink, namelijk Jacob en Berent Jan en daarna meester Bieleman met zijn gezin gewoond.

    In het nieuwgebouwde meestershuis hebben sinds 1906 de volgende onderwijzers gewoond: H. van Slooten, tot 1909, daarna meester Odink, tot aan zijn dood op 12-03-1929. In september 1929 betrok de familie Vedders dit huis.. Zij woonden er tot 1935 en verhuisden toen naar hun nieuw gebouwde woning aan de Ruurloseweg.

    Vanaf toen hebben er geen onderwijzers meer in dit huis gewoond.

    Nieuwe bewoners vanaf 08-10-1935 waren de families Heus en Romville. 

    Daarna was er sinds 1972 de herenkapsalon van de familie Sietsma in gevestigd. De heer Sietsma moest om gezondheidsredenen het kappersbedrijf in 1988 beëindigen.

    De huidige eigenaar is Dennis Jansen, die het pand heeft laten verbouwen en uitbreiden tot Grand-Café. Het wordt sinds 1 maart 2014 geëxploiteerd door René Jak.

     

    Terugkerend naar het oostelijke begin van de Dorpsstraat wil ik eerst een beeld tonen van deze straat tijdens de renovatie in 2013. Het gaf een tijd lang veel ongemak voor zowel winkeliers als voor hun klanten maar het resultaat mag gezien worden.

    Vervolgens gaan we nu de huizen aan de linker kant bekijken en beschrijven.

     

    1. Daar staat café Eskes, in deze staat in ongeveer 1960 ge- en verbouwd door Joop Eskes die de zaak in 1958 had overgenomen van zijn ouders Johan Eskes en Anna Wahl. Links een ruime parkeerplaats, in die jaren van groot belang, want café Eskes stond bekend als een uitstekend chauffeurscafé, waar duizenden uitsmijters en biefstukken in min of meer hongerige magen zijn verdwenen. Al het verkeer van en naar Winterswijk kwam toen immers nog voor zijn deur langs.

    Ook in het zaaltje was er vaak veel bedrijvigheid. Menige bruiloft is daar gevierd en diverse  verenigingen gebruikten het als repetitieruimte. Ook werden daar theorielessen voor het rijbewijs gegeven.

    De eerst bekende bewoner op deze kavel, bekend via een bevolkings-tellijst uit 1801, is de smid Gerrit Jan Wullink die, naast zijn activiteiten als smid, ook boerde. Volgens die statistieken bezat hij in dat jaar 1 koe en 1 vaars.

    Zijn dochter Antonia trouwde in 1827 met de in Amsterdam geboren schoenmaker Dirk Wahl en het jonge paar ‘trok er bij in’. Hun zoon Johan Hendrik Wahl was de volgende bewoner van dit pand. Hij was schoenmaker, winkelier en tapper.

    In 1889 is het toen bestaande pand door brand verwoest. Het nieuwe pand, café annex boerderij, werd met het hooiluik aan de straatkant gebouwd. 

    Dat is op de oudste foto te zien. , Omstreeks 1930 werd er hier nog volop geboerd en bestond de veestapel uit 6 koeien en 8 varkens. De gelagkamer van het café was tevens de huiskamer van het gezin en als er een

    bruiloft gevierd werd, zaten de Zutphense muzikanten, Flodderwietske met viool en haar man met harmonica, achterin het café, bij de openstaande deeldeur, waar dan gedanst werd, met links de koeien en rechts de varkens (ooggetuigeverslag van Wim Wahl!).

    Later kwam dochter Anna Wahl haar ouders bijstaan in de zaak. Zij trouwde met Johan Eskes, magazijnmeester bij de borstelfabriek van Haverkamp (HAVO) en zo ontstond de naam café Eskes.

    Ook hun zoon Joop heeft het café nog voortgezet maar in 1980 is het bedrijf gesloten.

     

     

     

     11. In het pand Dorpsstraat 36 is sinds 2009 de prachtige bloemenzaak Bloemsierkunst Halfman gevestigd. 

     Voor zover we nu weten is op deze plek in 1894 het hieronder afgebeelde pand verrezen. Eerste bewoner was molenaar J.B. Gerritsen met zijn gezin. Links was het woongedeelte en rechts het pakhuis.

    In 1905 woonde molenaar Gerrit Jan Klein Lebbink in dit pand. 

    Hij was de laatste molenaar op de ‘Stenderkaste’, waarvan de wieken op 31 december 1920 definitief werden stilgezet, waarbij toen het volgende toepasselijke gedicht werd voorgedragen:

    In 1584 werd van krachtig eikenhout, de Vordensche Standaardmolen gebouwd .

    Toen Willem van Oranje viel door moordenaarshand, verrees deze molen boven het Vordensche land .

    Geslachten van molenaars, klein ende groot, verdienden door hem hun dagelijks brood.

    Met zijn oude gezicht naar de windkant gekeerd ,heeft hij fier de loeiende storm getrotseerd .

    Stormen noch vuur konden ter aarde hem krijgen, toen kwam de bijl van de sloper bedreigen .

    Angstig “blikten” zijne wieken in het rond, huiverend verbeidde hij zijn stervensstond .

    Maar Vordensche burgers, met de grijsaard begaan, hebben het schrikbeeld van slopen voorbij laten gaan.

    En in Sylvesternacht, toen zich van de toren, de twaalf slagen in het ronde deden horen,

    Toen zijn er de wieken van de trouwe veteraan, dankbaar voor immer ter ruste gegaan .

    Rust zacht oude molen, gij werkt nu niet meer, gij zijt een monument nu geworden ,

    siert lang nog ons landschap, kijk jaren nog neer, op een vredig en bloeiend dorp Vorden.

     

    Bij het buiten-bedrijfstellen op 31 december 1920 voorgedragen.

    (weergave van de heer J.W. Klein Lebbink in 1964)

    Deze 'Stenderkaste' stond aan de overkant van de weg, achter de huidige panden van Bakker Joop en Boerstoel, de brede ruimte tussen deze panden gaf toegang naar de molen.

    De molen werd toen eigendom van de plaatselijke VVV, maar de aanvankelijke plannen voor behoud konden niet tot uitvoering worden gebracht en tenslotte werd het bouwval in 1925 voor ƒ75,– verkocht aan onze plaatselijke molenmaker Ten Have en alsnog gesloopt.

    Het woonhuis met pakhuis werd toen verbouwd. Rechts kwam het woonhuis waar de familie Klein Lebbink ging wonen. De linker woning werd verhuurd en er woonden meerdere families, o.a. Kamphuis de veldwachter, Koerselman en Spiegelenberg. Van 1931 tot 1936 woonde er de familie Klein Selle. Willem Kamperman woonde er met zijn gezin van 1940 tot 1949 en, zoals we al eerder lazen, ook de tandartsenpraktijk van mevr. Koning was er tijdelijk in gevestigd.

    Later vestigde de zoon van Gerrit Jan, Willem Klein Lebbink er zijn boekhoudkantoor en werd er ook de eerste Nutsspaarbank in gevestigd. Vele Vordense kinderen, waaronder schrijver dezes, gingen er toen met hun eerste spaargeld naar toe om dat daar op hun boekje te laten bijschrijven. Ook gaf Willem Klein Lebbink daar typelessen en middenstandscursussen. Later was er de fysiopraktijk van Funke gevestigd.

    In 2004 tenslotte werd het pand gesloopt en vervangen door het huidige pand.

     

    1. Dorpsstraat 34: We komen nu bij het leegstaande pand waarin horecabedrijf De Slof was gevestigd. In het begin van de vorige eeuw was daar de kruidenierswinkel van de familie Gotink gevestigd. 

    Toen de heer Gotink in 1920 benoemd werd tot directeur van de Coöp. Landbouwvereniging De Eendracht en op de Stationsweg een bedrijfswoning betrok, werd het pand verhuurd aan de familie Eichhorn. Mevrouw Eichhorn ging verder met de kruidenierswinkel, terwijl haar man, koperslager van zijn vak, achter het pand een loodgieterswerkplaats inrichtte.

    Zij kochten het pand in 1925, maar de heer Eichhorn overleed in 1930. Het rechter gedeelte van het pand werd toen verhuurd aan schoenmaker Bertus Jansen.

    Na diens overlijden in 1932 konden de erven Eichhorn de hypotheeklasten niet meer opbrengen en werd het hele pand geveild. Het werd bij inzet en opbod voor ƒ6.600,– verkocht aan de familie Tielkes

    Gerhard Tielkes was als verwarmingsmonteur werkzaam bij installatiebedrijf Emsbroek en zijn vrouw Agnes Schepers ging verder met de kruidenierswinkel.

    Het pand werd verbouwd tot twee moderne winkelpanden, links de kruidenierswinkel van Tielkes en rechts de schoenenwinkel van Bertus Jansen. Zijn vrouw Annie Blokland, nam de winkel voor haar rekening.

    In de eerdere loodgieterswerkplaats van Eichhorn, achter het pand, had Bertus Jansen zijn schoenmakerswerkplaats ingericht.

    Dat werd daar op den duur een gezellige sociëteit voor veel Vordenaren die wel even tijd hadden voor een praatje. Onder andere de oudere buurman, opa Klein Lebbink, kwam daar elke dag wel even binnenlopen. Veel Vordense problemen werden daar behandeld en vaak werd de oplossing daarvan ook al aangedragen, ver voordat de Vordense gemeenteraad er zich überhaupt al over had kunnen buigen!

         Intermezzo.

    Dat was ook zo in de tijd dat er in het oostelijke gedeelte van de Dorpsstraat de buurtvereniging ‘De Velperweg’ werd opgericht. Iedereen in dit deel van de Dorpsstraat tussen Klumper, op de hoek van de Stationsweg, tot aan Hotel Jansen hoorde daar bij. Dat was en zeer actieve club, die bij alle mogelijke gelegenheden van zich deed spreken. Elke gebeurtenis in de buurt was al gauw aanleiding voor het bouwen van een feestje!

    Ook op bruiloften en jubilea liet men zich niet onbetuigd door het maken van erebogen, versierde huizen en feestgebouwen,  liederen en gedichten en zelfs het in elkaar zetten van complete feestgidsen, veelal opgesmukt met grappige anekdotes en, natuurlijk,  behoorlijk aangedikte gebeurtenissen uit het leven van de feestvarkens. Deze feestgidsen werden veelal gedrukt bij drukkerij Wolters, die vlakbij om de hoek gevestigd was in een gedeelte van de oude Empofabriek aan het Lange Pad, tegenwoordig Insulindelaan geheten. De druksels werden dan op die bewuste avond aan alle genodigden uitgedeeld en daarin stonden, naast vaak spottende en hilarische advertenties van alle buurtgenoten, ook de feest- en drinkliederen afgedrukt die dan in de loop van de avond samen werden gezongen. Allemaal heel gezellig en van succes verzekerd!

    Alles en iedereen werd in die tijd voor zo’n feest uitgenodigd, ook uit-de-buurt-getrouwden en kinderen vanaf een jaar of twaalf hoorden er bij. Zo ook heeft schrijver dezes meerdere van die feesten, zoals van Klumper, Van der Wal en Klein Lebbink mogen meemaken. Wij woonden helemaal niet in de Dorpsstraat, maar mijn moeder was van Schuppers de bakker en zij was in 1926 uit-de-buurt getrouwd, uiteraard wel in bijzijn van die hele buurt. Zodoende hoorde je er voor altijd bij,! Maar genoeg over de buurt.

    Door verminderende activiteiten tijdens de oorlogsdagen werd de kruidenierswinkel van mevrouw Tielkes in 1942 gesloten.

    Jansen de schoenmaker kreeg ook nog weinig klandizie in zijn winkel, want schoenen waren alleen nog ‘op de bon’ te koop, áls er überhaupt schoenen waren! Hij bleef eindeloos de schoenen repareren zo lang dat maar mogelijk was.

    Velen denken dat die problemen na de oorlog snel uit de wereld waren, maar het tegendeel is waar. Het duurde nog jaren voordat deze ongemakken tot een einde kwamen en alles weer vrijelijk te koop was.

    In 1945 huurde en heropende kruidenier Wim Pardijs, tot dan gevestigd in de tijdelijk uitgepakte voorkamer van zijn  woonhuis aan de Kerkstraat, de in 1942 gesloten winkel van Tielkes. Hij wist, samen met zijn vrouw Alie, door keihard werken deze zaak weer behoorlijk aan het draaien te krijgen.

    Met hun komst werd het er in de buurt zeker niet minder gezellig op. De ‘Pardijzen’ waren zeer geliefd en er werd op vrijdag, na winkelsluiting, door Wim ook nog wel eens even een biertje ingeschonken, allemaal heel gezellig en zittend op een baalzak met bonen of een bierkrat, tot dat Alie kwam melden dat ‘Het Café’ nu toch echt gesloten was.

    In 1952 werd het hele pand gekocht door schoenmaker Bertus Jansen, die de zaak voortzette tot aan zijn dood in 1967, waarna zijn dochter Lucy het, samen met haar man Bert Smeets, voortzette tot 1975. Het echtpaar Smeets vertrok toen naar het Limburgse Valkenburg, de geboorteplaats van Bert, om daar de bakkerszaak van zijn ouders over te nemen.

    Het pand werd verkocht aan Nico van Goethem, op dat moment samen met zijn vrouw Tiene uitbater van restaurant De Rotonde, bij de Dorpskerk.

    Hij verbouwde het pand en begon daarin ‘Bodega Het Pantoffeltje’.

     

     

    In oktober 1976 vond de familie Pardijs het welletjes en sloot het kruideniersbedrijf.

    Nico van Goethem verbouwde toen het hele pand, inclusief het voormalige kruideniersgedeelte en er kwam ook een zaal bij. Het Pantoffeltje werd vanaf dat moment een zeer gewilde uitgaansgelegenheid en tevens een geliefde plek voor het houden van feesten en bruiloften.

    De familie Van Goethem verkocht het pand in 1993 aan de familie Meulenbroek, die het na enkele jaren doorverkocht aan Hannie Hendriks van De Herberg.

    Omstreeks 2000 kwam de pand in handen van een projectontwikkelaar en zou daar de nieuw te bouwen supermarkt van de Aldi verrijzen. De gemeente had bezwaar tegen afbraak en dus werd alleen het achterste gedeelte afgebroken en bleef het voorste gedeelte van het pand behouden. Daarin werd toen horecabedrijf De Slof gevestigd

     

    .

    1. Op het adres Dorpsstraat 32 is Amon, Grillroom en Pizzeria gevestigd.

    Begin 20e eeuw stond hier de schilderswerkplaats van schilder Hidde van de Wal. Die verhuisde in 1921 naar de overkant van de weg en bouwde daar een nieuwe werkplaats bij.

    Het oude pand werd afgebroken en er kwam een nieuw winkelpand voor in de plaats.

    In 1938 vestigde zich hier de familie Luth, die de zaak van Rietveld overnam.

    In 1948 verhuisde de familie Luth naar een pand aan de Nieuwstad. Het pand aan de Dorpsstraat werd toen overgenomen door de familie Krijt die er, na de nodige verbouwing, een slagerij in begon.

    Marinus Krijt was in 1941 in Vorden komen wonen in een woonhuis aan de Almenseweg. Hij had toen een slachterij aan de Strodijk en bracht het vlees thuis bij zijn klanten. Hij was tevens huisslachter.

    De zaken aan de Dorpsstraat gingen voorspoedig en in 1958 bouwde hij achter de zaak een grote diepvriesruimte waarvan hij cellen verhuurde.

    In 1973 werd Marinus opgevolgd door zijn zoon Jan, die in 1985 de zaak verkocht aan Jan Rodenburg.

    Deze verhuisde in 2003 naar Gorssel en in dit pand werd toen deze Grillroom en Pizzeria gevestigd.

     

     

    1. Dorpsstraat 30: Salon Marianne, voorheen kapsalon Wiekart.

    Hier stond in het begin van de 20e eeuw het woonhuis van de schildersfamilie Van der Wal.

    Toen die naar de overkant van de weg verhuisde, was hier van 1925 tot 1928 de groenten- en fruitzaak van Derksen gevestigd.

     

    In 1929 liet Jan Wiekart, die tot dan een kapperszaak in de Kerkstraat had, het huis afbreken en een nieuw pand bouwen met winkel, dames- en herenkapsalon en woongedeelte.

    Het echtpaar Wiekart-Seesink kreeg twee zonen, Henk en Jan. Henk volgde de benodigde opleidingen voor dameskapper. Jan ging zich in het bakkersvak bekwamen en startte later een banketbakkerszaak aan de Burgemeester Galléestraat.

    Henk trouwde met Jo Maters en zij namen in 1960 het kappersbedrijf over. In de herensalon zwaaide Piet Sietsma de scepter. Hij was al sinds 1952 bij Wiekart sr. in dienst. In 1964 nam hij de herensalon over, bleef nog tot 1972 in dit pand zijn werkzaamheden uitoefenen en betrok in 1972 het aangepaste pand Het Meestershuis.

    In 1989 begon Marjan Platenburg in het voorste gedeelte van het pand een schoonheidssalon en in 1994 heeft zij de hele zaak overgenomen.

     

     

    1. Dorpsstraat 28: hier vinden we Chinees-Indisch restaurant Fan Sheng.

    Vroeger was hier het postkantoor gevestigd dat geleid werd door Koos Ensink.

    In de jaren ’20 woonde en werkte hier timmerman Groot Roessink. Het was een klein bedrijf met slechts enkele mensen in dienst. Men deed veel aan klantenwerk en klein onderhoud. Ook werden er veel servieskasten en -kastjes vervaardigd, evenals doodkisten.

    Als er toneel- of zanguitvoeringen in Het Nutsgebouw werden gehouden werden de benodigde decors heel vaak vervaardigd door en bij Groot Roesink.

    De heer Groot Roessink is in 1962 bij een verkeersongeluk om het leven gekomen en daarna is het timmerbedrijf beëindigd.

    In 1968 werd het pand verkocht aan de familie Meenink uit Winterswijk. Zij lieten het totaal verbouwen en vestigden er cafétaria en bar De Posthoorn.

    Jaren later werd er het huidige Chinees-Indische restaurant gevestigd.

     

     

    1. Dorpsstraat 24: Hotel Bakker, sinds 1945 een begrip in Vorden en verre omgeving!

    Al heel lang is hier een horecagelegenheid gevestigd, want in 1850 koopt Gerhardus Johannes Ensink, klerk, Het Heerenlogement, vanaf dan Hotel Ensink geheten.

     

    Later was de officiële naam Het Wapen van Gelderland, maar die naam wordt nu niet meer gebruikt.

    Deze Gerhardus Johannes Ensink, in de volksmond ‘Meisters Gert Jan’ geheten, was een druk bezet man, want naast logementhouder was hij ook brievengaarder en gemeenteontvanger.

    Als logementhouder wordt hij opgevolgd door zijn zoon Antonij Jacobus, die in 1925 overlijdt.

    Het hotel en de stalhouderij worden in dat jaar verkocht aan de familie Evert Willem Jansen uit Laag Keppel. De zaken worden behoorlijk gemoderniseerd.. Het gehele hotel wordt voorzien van waterleiding en  centrale verwarming.

    Evert overlijdt in 1937 en niet lang daarna breekt de oorlog uit en wordt het hotel gevorderd door de bezetter. Van een verantwoord hotelhouderschap is dan geen sprake meer, want men is nauwelijks of geen baas meer in eigen huis. Evert’ s weduwe Derkje Jansen-Willemsen overlijdt in januari 1945. Hun jongste zoon en beoogd opvolger overlijdt na een noodlottig verkeersongeval met een Canadese legertruck eveneens in 1945. Noodgedwongen verkopen de erven Jansen nog in hetzelfde jaar het hotel aan het jonge echtpaar Wim en Hennie Bakker.

    Die twee gaan voortvarend aan de slag en waar eens de koetsenstalling was, verrijst nu een prachtige feestzaal waarin menigeen zijn bruiloft of jubileum gevierd heeft. Ook het restaurantgedeelte wordt fors uitgebreid en gemoderniseerd. Een goede keuken- en bedieningsbrigade zorgt er voor dat de klanten een smakelijke en overvloedige maaltijd wordt voorgeschoteld.

    De slogan “onbeperkt haantjes eten bij Bakker in Vorden” zorgt er voor dat er zelfs landelijke belangstelling wordt verkregen. Op sommige hoogtijdagen zitten er zelfs mensen op de trap in de hal te wachten tot er weer een tafeltje vrij komt in één van de eetzalen. Dit noopt Wim Bakker tot de onvergetelijke uitspraak: de mensen eten me arm, maar drinken me rijk.

    Ook zijn vrouw Hennie, dochter van de bekende horecagrootheid ‘De Krent’ in Hummelo, laat zich niet onbetuigd en schroomt niet om mensen, waarvan ze gehoord heeft dat ze trouwplannen hebben, of een feestje voorbereiden, op straat aan te spreken met de vraag: Jullie houden het feest toch zeker wel bij ons?

    Hotel Bakker wordt mateloos populair en hun kinderen en kleinkinderen bouwen het bedrijf verder uit tot wat het nu is.

     

     

    1. Dorpsstraat 22: Slijterij Sander Pardijs

    Begin 20e eeuw was hier loodgieter en rijwielhandelaar- en reparateur Eichhorn gevestigd. Zoals al vermeld, verplaatste deze zijn activiteiten naar elders in de Dorpsstraat.

    In 1924 betrok Antonie Polman het pand samen met zijn vrouw Martha Heuvelink en startte er een behangersbedrijf en stoffeerderij onder de naam Het Binnenhuis. Aan de straatkant in het pand was een bescheiden winkelruimte en achter het pand stond een houten werkplaats.

    Door de vele kastelen en landhuizen rondom Vorden was er in deze branche volop werk. Dat bestond uit behangen, meubels stofferen en het maken van gordijnen.

    Het echtpaar Polman kreeg drie kinderen waarvan zoon Wim het bedrijf in 1956 van zijn ouders overnam.

    Hij trouwde met Alie Klein Selle en samen pakten ze de zaken grondig aan. Achter het pand werd in1965 een uit twee verdiepingen bestaande showroom gebouwd en de collectie werd gemoderniseerd. In Warnsveld werd een dependance geopend, welke heeft bestaan tot 1984.

    Daarna werden alle activiteiten vanuit Vorden ondernomen en werd  de zaak grondig verbouwd. Door hun eigen bijzondere stijl en smaak die velen aansprak, kreeg het bedrijf allengs landelijke bekendheid.

    Een bijzondere en gewaagde onderneming in 1973 was een meubelshow in het, op dat moment al 15 jaar lang leegstaande kasteel Huize Vorden, waar maar liefst 5000 bezoekers op af kwamen!

    In 2001 werd de zaak overgedaan aan Chris Hissink.

    Sinds enkele jaren is er de slijterij van Sander Pardijs gevestigd.

     

     

    1. Dorpsstraat 20:  Zoals reeds vermeld is er in het linker gedeelte tegenwoordig slijterij Sander Pardijs, in het rechter gedeelte was tot voor kort de fotostudio van Foto Willemien gevestigd.

    Jaren daarvoor was hier een bakkerij gevestigd; begin van de 20e eeuw was dat bakker Kreunen.

    In 1904 kwam Hendrik Jan ter Heurne bij hem in dienst als bakkersknecht.

    Hendrik Jan trouwde in 1906 met Hendrika Oberink, dochter van de Vordense smid een eindje verderop en het jonge paar heeft de zaak van Kreunen overgenomen.

     

    Het echtpaar kreeg zes  kinderen, waarvan zoon Jan bakker werd en de zaak overnam.

    Jan bleef vrijgezel en beëindigde het bakkersbedrijf in1963. Hij was avontuurlijk aangelegd en ging daarna varen als scheepskok.

    Uiteindelijk is hem dat fataal geworden, want in november 1968 is het nieuwe schip waarop hij had aangemonsterd, De Oostmeep, in de Middellandse Zee met man en muis vergaan. Een niet gebruikte reddingsboot is het enige dat ervan werd teruggevonden.

    Het pand heeft daarna onderdak geboden aan een antiquair, administratiekantoor Huizinga, de Amro bank, fotograaf Temming en als laatste, zoals al vermeld, aan Foto Willemien.

     

     

     

    1. Dorpsstraat 18: Hier is sinds kort een Albert Heijn vestiging onder leiding van de familie Grotenhuijs.

    Al meer dan twee eeuwen is er op deze plaats een levensmiddelenbedrijf gevestigd, want in 1805 was hier de winkel van Meijer gevestigd, opgevolgd door Margrieta Garmel met Hendrika Gerritsen. Daarna waren hier drie generaties Garretsen actief.

    In 1932 verkocht Evert Jan Garretsen het pand aan het echtpaar Van Tongeren. Zij lieten het pand grondig verbouwen en moderniseren.

     

    De heer Van Tongeren was ook in staat om sommige mensen van allerhande kwaaltjes af te helpen. Zo iemand heette in Vorden toen een ‘strieker’.

    De Van Tongerens hadden geen opvolgers en verkochten hun bedrijf in 1949 aan het jonge gezin Kistemaker. Zij zetten de eerste stappen richting een zelfbedieningswinkel.

    In 1960 kwam er naast hun winkel ook een lunchroom.

    In 1965 werd de zaak verhuurd aan de VIVO-organisatie en kwam er een bedrijfsleider op. Dat waren achtereenvolgens: Hennie Voogsgeert, Anton Memelink en Martie Jansen.

    In 1979 verkocht de familie Kistemaker het pand aan Veenendaal Beheer, die het geheel liet slopen en er het huidige pand op bouwde.

    In 1980 opende Veenendaal Supermarkt haar deuren,. Eerste bedrijfsleider was Bleumink, opgevolgd door de familie Grotenhuijs die, ondanks meerdere naamsveranderingen, hier nog steeds de scepter zwaait.

     

     

    Op dezelfde kavel was vroeger nog een bedrijf gevestigd en wel Kuiperij Hofs.

    Drie generaties Hofs hebben hier het kuipersvak uitgeoefend. De eerste was Johan en hij begon hier in 1871. Hij was getrouwd met Geertruida Emsbroek, maar hun huwelijk bleef kinderloos.

     

    In 1896 kwam een neef, ook Johan Hofs geheten, bij hen inwonen en werd ook hij ingewijd in het kuipersvak. Hij trouwde met Gerritje Johanna Winkelman en het jonge paar zette de kuiperij voort.

    Zij kregen drie kinderen en hun zoon Gerrit Jan werd de volgende kuiper op deze plek. Hij trouwde met Hendrika Geertruida Brummelman. Hij nam in 1950 het bedrijf van zijn ouders over.

    In het begin maakte men allerlei soorten kuipen, maar in de jaren ’30 en daarna was hun bedrijfje eigenlijk helemaal ingesteld op het maken van botertonnen voor de Vordense ‘boterfabriek’. Enkele malen per week werden deze per trekkar bij de boterfabriek afgeleverd. Niet onvermeld mag blijven dat er in dit pand, naast het kuiperen, ook altijd boerenactiviteiten hebben plaatsgevonden

    Door de voortschrijdende techniek kwamen er allengs andere verpakkingen voor boter op de markt en uiteindelijk liep het maken van botertonnen omstreeks 1960 helaas ten einde en werd het bedrijf beëindigd.

    Gerrit Jan Hofs trad toen in dienst bij de zuivelfabriek en hij heeft daar gewerkt tot aan zijn pensionering.

    In 1962 verkocht hij zijn pand aan buurman Kuijpers, die het liet afbreken om plaats te maken voor een tankstation en een showroom voor fietsen.

     

     

     

    1. Het volgende pand is rijwielbedrijf Profile Bleumink.

    In het begin van de 20e eeuw was hier de kleermakerij en textielwinkel van Lambertus Steenman gevestigd. Daarvoor was zijn vader Manus hier al kleermaker.

    Lambertus Steenman overleed in 1901 en de weduwe Gerritjen Steenman-Albers zette een advertentie voor een meester kleermaker om de zaak draaiende te kunnen houden.

    Jan Aartsen uit Harderwijk werd de nieuwe kleermaker. Hij nam het kleermakersgedeelte in 1906 over, terwijl de weduwe Steenman de textielwinkel bleef aanhouden.

    In 1928 werd het pand gekocht door R.G.J. Kuijpers uit Laren (Gld.) die er een rijwielhandel en garagebedrijf vestigde.

     

     Ook kwam er een benzinetankstation van de Shell voor de deur. Kuijpers was in 1927 getrouwd met J.H. Jansen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Jan en Riekie.
    Jan nam in 1955 het bedrijf van zijn ouders over en zoals we net al vermeldden, kocht hij in 1962 het pand van
    buurman Hofs, liet het afbreken en bouwde op de vrijgekomen ruimte een modern tankstation en rijwielshowroom.
    Rond 1992 heeft Jan Kuijpers (links op de bovenste foto) het pand verkocht aan de familie Bleumink (rechts) en sindsdien is hier rijwielbedrijf Profile Bleumink gevestigd.

     

     

     

    1. Op het adres Dorpsstraat 10 vinden we café-restaurant en zalencentrum De Herberg.

    Al sinds enkele honderden jaren is er op deze plaats een horecagelegenheid te vinden.

    In het boekje van onze oud-plaatsgenoot Ben Wullink, die daarin een complot bij het benoemen van een nieuwe predikant in 1713 beschrijft, komt de naam van dit bedrijf al voor als de tapperij van Warner Meuleman, logementhouder en brouwer, recht tegenover de kerk.

    In 1883 pachtte Lammert Brandenbarg het toenmalige logement De Zwaan van de weduwe Meuleman, later genaamd pension en hotel Het Wapen van Vorden.

    Lammert trouwde in datzelfde jaar met Helena Schipper, uit Hattem. Hij was o.a. koetsier en zij deed het logement. Zij was ook de stookster van het later landelijk bekende likeurtje Citroentje van Brandenbarg.

    Het echtpaar Brandenbarg kreeg negen kinderen, waarvan er twee broers samen het hotel overnamen, Johan en Antoon. Johan trouwde met Trijntje Prop, Antoon bleef vrijgezel.

    Johan en Trijntje kregen een zoon, Cor. Hij had een zwakke gezondheid en is al jong, op 19-jarige leeftijd, in 1944 overleden.

     

     

    De Brandenbargs hebben op latere leeftijd in 1959 hun bedrijf verkocht aan hun achterneef Frans Smit.

    Frans trouwde in 1960 met Minie Wahl en zij hebben de zaak danig gemoderniseerd. Er werd aan de achterzijde een feestzaal gebouwd, en later werd er aan de voorzijde een gedeelte van het pand tot slijterij verbouwd.

    In 1979 is de zaak overgenomen door de familie Ten Barge en kreeg het toen de naam De Herberg. Sindsdien is er veel veranderd en verbouwd. Onder andere is de slijterij aan de voorkant veranderd in een prachtige restaurantruimte en verder is alles aangepast aan de huidige wensen en eisen des tijds.

     

     

    1. Dorpsstraat 8: IJssalon Lekker, een naam die de lading volledig dekt!

    In vroeger tijden, al van voor 1800, was hier een smederij gevestigd. Begin 20e eeuw was uitbater daarvan Hendrik Jan Oberink. Hij was getrouwd met Hendrika Groot Obbink.

     

    Het echtpaar kreeg zeven dochters en één ervan, Berendina, trouwde met de smid Gerhard Groot Obbink.

    Het jonge echtpaar nam het smidsbedrijf over en begon tevens een rijwielhandel.

    Zij kregen vier kinderen. De twee jongens, Gerard en Jan zetten het bedrijf voort en breidden het uit met een landbouwmechanisatie- en garagebedrijf. Ook kwam er een Esso-tankstation voor hun deur.

    Gerard en Jan waren tevens jarenlang de technische mensen van de Vordense vrijwillige brandweer. Zij onderhielden de brandweerauto, die ook in hun bedrijf gestald was, zodat ze, indien nodig, ogenblikkelijk konden uitrukken.

    Hun activiteiten vroegen steeds meer ruimte en dus werd er achter het pand een compleet nieuwe werkplaats gebouwd.

    In 1979 stopten de Groot Obbinks met hun bedrijf. In het voorste gedeelte werd een handwerkwinkel gestart en in het achterste gedeelte begon Jan ter Huerne met een softijs verkooppunt. Deze kreeg door de goede kwaliteit langzamerhand een steeds grotere bekendheid in Vorden en verre omstreken. Zozeer zelfs, dat er zich ’s zomers, op sommige momenten, lange rijen wachtenden verzamelden voor het loket.

    Ook was er in de winkel nog lange tijd een videotheek gevestigd.

    In 1980 werd in de werkplaats achter het pand, na een verbouwing, een cafetaria gevestigd. Deze is heden ten dage bekend onder de naam Plaza Vorden.

    Sinds enkele jaren is er in het winkelpand IJssalon Lekker gevestigd, waar men, behalve ijs, ook bonbons verkoopt, mmm Lekker!!

     

     

    1. Op Dorpsstraat 6 bevindt zich fysiotherapie Heersink.

    Tot 1908 woonde er besteller en rijwielhandelaar Eichhorn.

    Op 1 oktober 1910 vestigde zich daar Albert Kost, winkelier in kruidenierswaren. Hij was in 1909 getrouwd met Berendina Brandenbarg, van het naastgelegen logement.

     

    Zij verhuisden in 1925 en daarna betrok de familie W.C. Olthuijs het pand. Die had tot die tijd, sinds 1910, in het naastgelegen pand een schoenenzaak gedreven. Hun zoon, Gerrit Jan, ging daar, op nummer 4, mee verder. Vanaf dat moment werd dus zowel Dorpsstraat 4 als 6 bewoond door twee gezinnen Olthuijs.

    Willem en zijn vrouw woonden vanaf nu op nummer 6, waar Willem’s vrouw, Hendrika Berendina Brandenbarg een winkeltje in tabakswaren en snoep begon.

    Dit werd later weer voortgezet door hun kleindochter Alie Olthuijs. Zij trouwde met Douwe Boersma, en die twee gingen, naast rookartikelen en snoep, ook softijs maken en verkopen, hetgeen een schot in de roos bleek te zijn. Douwe was ’s zomers tevens druk op het Vordense zwembad, waarvan hij het horecagedeelte gepacht had.

    Na het overlijden van Douwe Boersma in 1979 werd met deze activiteiten gestopt en werd hier een praktijkruimte voor fysiotherapie gesticht.

     

    1. Op het adres Dorpsstraat 4 bevindt zich tegenwoordig Giesen Schoenen. Zoals hierboven al vermeld, is in dit pand al 100 jaar een zaak in schoenen gevestigd, want Willem Cornelis Olthuijs, tot dan gevestigd op de Nieuwstad, begon hier in 1916.

    Zijn zoon, Gerrit Jan, zette in 1925 dit bedrijf voort en trouwde met Maria Louise van den Berg. Zij kregen drie dochters, Hennie, Alie en Willie.

     

    Gerrit Jan had een slechte gezondheid en overleed jong, in 1950. Om het bedrijf te kunnen voortzetten werd er een schoenmaker gezocht en gevonden in Henk Wullink.

    Henk begon in 1950 voor zich zelf met de schoenreparatiewerkplaats en kon in 1953 ook de winkel overnemen.

    De vooruitzichten leken goed en in 1954 trouwde hij met Gerrie Lebbink en met z’n tweeën zetten zij de schouders er flink onder.

    In 1958 konden zij het pand kopen en in 1961 werd een forse verbouwing gerealiseerd, die het pand een totaal andere en modernere uitstraling gaf. Volgende verbouwingen vonden plaats in 1968, 1975 en 1988, toen vooral de voorzijde een metamorfose onderging.

     

    Vanaf links de smederij van Oberink en daarnaast het dubbele pand van Olthuijs.

    Gerrit Jan had een slechte gezondheid en overleed jong, in 1950. Om het bedrijf te kunnen voortzetten werd er een schoenmaker gezocht en gevonden in Henk Wullink.

    Henk begon in 1950 voor zich zelf met de schoenreparatiewerkplaats en kon in 1953 ook de winkel overnemen.

    De vooruitzichten leken goed en in 1954 trouwde hij met Gerrie Lebbink en met z’n tweeën zetten zij de schouders er flink onder.

    In 1958 konden zij het pand kopen en in 1961 werd een forse verbouwing gerealiseerd, die het pand een totaal andere en modernere uitstraling gaf. Volgende verbouwingen vonden plaats in 1968, 1975 en 1988, toen vooral de voorzijde een metamorfose onderging.

     

    Hetzelfde plaatje als hiervoor, echter 60 jaar later, circa 1970.

    Na veel, lang en hard werken, door Henk Wullink 'aöserieje'  genoemd, werd het gehele pand in 1991 verkocht aan de firma Giesen.

    De familie Wullink verhuisde daarna naar een nieuw gebouwde woning naast de winkel, op het huidige adres Dorpsstraat 2.

     

    Met dank aan Henk Wiekart voor de informatieverstrekking en aan Oud Vorden voor het gebruik van de foto's.

    Wim Jansen,  2016.