Het ontstaan en eerste optreden van The Rhythm Stars.

De nacht dat Huize Vorden veranderde in een Tsarenpaleis.

 

Omstreeks 1957 zijn wij gestart met ons dansorkest The Rhythm Stars.

Oprichters waren Henk van den Berg, hij speelde accordeon, Johan Boerstoel, hij speelde klarinet en alt-sax, Joop Lauckhart, hij speelde trompet, en Wim Jansen, ik speelde piano.

Volgens Johan Boerstoel was de oorzaak van onze onenigheid met de leden van ons bandje Songs and Rythme gelegen in een aanvraag voor een commercieel optreden voor een Wagenings Studentencorps. De vier hierboven genoemde knapen wilden daar dolgraag optreden maar de rest had daarover zware bedenkingen, zo erg zelfs dat daardoor een definitieve en onherstelbare breuk ontstond, die leidde tot opheffing van het bandje Songs and Rythme.

Dat studentencorps van de Wageningse Landbouwhogeschool vierde toen een week lang een soort jubileum dat elke dag in een ander deel van Nederland gehouden werd. Één van die dagen/nachten was in Vorden en daarvoor was kasteel Huize Vorden afgehuurd. Dat kasteel stond al jaren leeg en was eigendom van een projectontwikkelaar, die er grote plannen mee had, maar daarvoor geen toestemming kreeg van de overheden die daarover gingen.

 

Het was daar in en om het kasteel onderhand verworden tot een enorme ravage. Een soort schoonmaakdienst heeft er toen opruiming gehouden en daarna was het waarschijnlijk weer een beetje toonbaar, in ieder geval goed genoeg voor het houden van een studentenfeest.

Aangezien er toen in en bij het kasteel helemaal geen faciliteiten waren, zelfs geen elektriciteit, werd dat allemaal verzorgd door een soort cateringbedrijf, voor die tijd in Vorden een hele belevenis! Eten en drinken werd daar ter  plaatse vervaardigd of aangevoerd, je kon het niet zo gek bedenken of het was er, ongelooflijk!

Wij zouden daar gaan optreden, maar voor het zo ver was moest er in onze bezetting eerst nog voor versterking gezorgd worden, want we hadden nog geen …...drummer!

Vermoedelijk via Joop Lauckhart, toen al een opkomende ster in muzikantenland, legden we contact met een Zutphense knaap, Wout Betlehem geheten, een kei-goeie drummer, even oud en avontuurlijk als wij, en dus eentje die wel met ons in zee durfde. Volgens een insider was alleen al zijn verschijning een verhaal op zich, namelijk volgens getuige  reed hij op een NSU motorfiets en had hij zijn hele drumstel daaraan, en aan zichzelf, vastgeknoopt met riemen, dat moet toen alleen al een fantastisch schouwspel gegeven hebben!

Of er een overeenkomst was getekend of dat alles mondeling was afgesproken en door wie, ik weet er niets meer van.

 

In elk geval meldden wij ons de bewuste avond om circa tien uur bij het kasteel waar het al een drukte van belang was. We zouden optreden van elf uur ’s avonds tot vier uur de volgende ochtend. Een piano voor mij was er ook geregeld en we speelden in een ruimte naast de grote zaal, waar gefeest en gedanst werd en die in open verbinding stond met onze ‘speelplek’. Je zag dus eigenlijk nagenoeg niets van wat er in de grote dansruimte gebeurde. Soms ging er iemand van ons tijdens het spelen even staan en deed dan in de daaropvolgende pauze verslag van zijn waarnemingen.

Daar het hartje zomer was en het die dag geweldig mooi weer was geweest waren alle ramen omhoog geschoven en alle blinden voor de ramen waren zo ver als mogelijk geopend.

Er werd in de grote zaal een soort Russisch hoffeest of galafeest gehouden met heel veel drank en dergelijke, niet met veel bier maar sterker en in kleinere glazen, het zal wel wodka geweest zijn, vermoed ik. Die glazen werden maar één maal gebruikt en als ze leeg waren werden ze naar achteren over de schouder en door het geopende raam naar buiten en in de slotgracht gekieperd, tenminste dat was de bedoeling. Hoe later het werd, des te minder glazen bereikten de gracht in één keer, maar vielen dan in stukken op de vloer. Geen nood echter want er liepen constant een paar knapen rond, vermoedelijk 1e jaars studenten(futen) die de ergste rotzooi dan weer opruimden.

Toch moeten er nog honderden glazen op de bodem van de kasteelgracht liggen, ook nu nog!

Zelden, of liever gezegd nooit, heb ik daarna nog weer zo’n vreemd feest meegemaakt als op die nacht in Huize Vorden. Later, we speelden toen vaak op nachtelijke feesten van officieren of onderofficieren in kazernes, kon het er wel eens behoorlijk ruig aan toe gaan, maar dit feestje in Huize Vorden spande toch wel de kroon.

We kregen volop te eten en te drinken, kortom, alles verliep probleemloos. De studenten konden onze swing-muziek wel waarderen en de avond vloog werkelijk voorbij.

Tegen vieren zat onze speeltijd er op en kwamen er een paar nog steeds broodnuchtere bestuursleden de enveloppe met onze vergoeding brengen en tevens vragen of onze speelduur nog met een uurtje verlengd zou kunnen worden. Weliswaar waren er daarvoor geen contanten voorhanden, maar als we genoegen wilden nemen met de man een fles goede wijn extra dan kon de deal gesloten worden. En ja, dat wilden wij wel en op onze wenkbrauwen haalden we de klok van vijf uur, waarna we een ovatie van minuten over ons heen kregen. We werden nog net niet de slotgracht in gejonast, gelukkig.

Als je dan na zo’n onwezenlijke nacht buiten komt waar het al weer begint te dagen dan kijk je toch wel weer even je ogen uit, ook al omdat er zich dan nog enkele tafereeltjes afspelen die nog perfect passen in de sfeer van  de voorbije uren, zoals een vrijend paartje studenten, onverstoorbaar zittend op een dikke stapel ……… ijsstaven….. en, iets verderop, een Lelijke Eend met zwaar beslagen ruiten, vervaarlijk wippend door bewegingen, veroorzaakt binnen in het voertuig. Dan is het toch ook niet verwonderlijk dat je, als jonge twintigers, nog even die achterbumper grijpt om de feestvreugde in die auto nog wat te verhogen?

 

En dan loop je tegen zessen met je maten weer in het dorp en staan er voor de kerk al weer de eerste bekende Vordenaren te wachten op de bus van de GTW, om naar hun werk vervoerd te worden. Die kijken je dan heel verwonderd aan en vragen: “Waor komt ielleu dan noe vandan?”

Natuurlijk geef je dan uitgebreid antwoord en dan blijkt dat het allergrootste gros Vordenaren die nacht gewoon geslapen heeft als een roos en er geen flauw idee van had van wat er zich op dik vijfhonderd meter van hun woning heeft afgespeeld, werkelijk zeer verwonderlijk!

Wij gingen onderhand vol en voldaan ‘op huus aan’ en het duurde echt nog wel even voordat we onze welverdiende slaap konden vatten!

Noot:Foto’s van ons orkest zijn er in die eerste jaren kennelijk nooit gemaakt, helaas.

Wim Jansen, 2022.

Maak jouw eigen website met JouwWeb