Songs and Rythme, een muziekgroepje ontstaan uit verveling.

 

In de naoorlogse jaren waren er in Vorden nog niet veel mogelijkheden voor vertier en ontspanning, vooral niet voor de jeugd.

Je had de gymnastiekvereniging Sparta, een club die wel redelijk aan de weg timmerde en jaarlijks uitvoeringen organiseerde in het Nutsgebouw en ook wel demonstraties gaf in de open lucht.

Ook waren er twee muziekverenigingen, enkele zangverenigingen en toneelverenigingen in ons dorp, maar gezien door onze jeugdige ogen waren dat toch meer bezigheden voor oudere mensen, behalve natuurlijk als er een of meerdere familieleden van jou bij zo’n club zaten, want als die dan in de gaten kregen dat er wel een beetje “muziek in dat jonk” zat, dan werd je al gauw meegetroggeld, want jonge aanwas was natuurlijk onontbeerlijk in het voortbestaan van die clubs.

Twee voetbalclubs waren er ook,  de neutrale club V.V. Vorden en Ratti, de laatste zetelde op de Kranenburg, het was een katholieke vereniging en die werd geleid door de paters van het klooster aldaar.

Ook hadden de diverse kerkelijke richtingen ieder hun eigen jongens- en meisjesverenigingen, alles gescheiden natuurllijk want oh jéé, je mocht toch eens in aanraking komen met de andere sekse of met een kind van een andere religie. Ja, ook in Vorden was de eensgezindheid uit de oorlogsjaren toen al weer omgeslagen in de vroegere hokjesgeest met de “Rooien, de Roomsen, de Fienen en de Grovven”. Met een van die aanduidingen werden kinderen onder elkaar ook wel eens nageroepen, maar ik zelf had het lef niet om me daaraan te bezondigen want als het thuisfront zo iets ter ore kwam dan zwaaide er wat.

O ja, je kon ook nog naar de jongens- en meisjes Padvinderij, tegenwoordig Scouting geheten en s’ zaterdagsavonds kon je naar de dansles bij Kroneman op zolder en later in het zaaltje van Joep Lettink aan de Almenseweg en Theo Houtman gaf dansles bij Schoenaker op de Kranenburg.

’t Mag wezen dat ik nog enkele activiteiten vergeten ben, het is ook al weer redelijk lang geleden inmiddels, maar naar mijn idee heb ik ze wel zo’n beetje opgesomd.

Het mag zo nog wel heel wat lijken, maar dat was het niet en al helemaal niet in onze ogen en in vergelijking met tegenwoordig.

Hoe dan ook, in die tijd, om precies te zijn in het vroege voorjaar van 1953, besloot een groepje Vordense jongens om een muziekbandje op te richten. Nou ja, muziekbandje, het was eigenlijk meer een amusementsgroepje waarin muziek en zang de hoofdmoot vormden, aangevuld met ander amusement, waarvoor we ook anderen uitnodigden, zoals een cabaretgroepje of een goochelaar bij voorbeeld.

Toen ik enkele jaren geleden met enkelen van die toenmalige enthousiastelingen oriënterende gesprekjes voerde omdat ik er ooit nog eens een stukje (dit stukje) over wilde gaan schrijven en vroeg waarom we toen eigenlijk met dat bandje begonnen waren, was het antwoord vrijwel unaniem: “Gewoon uit verveling, door het totaal ontbreken van iedere vorm van vertier voor de Vordense jeugd want er was hier voor ons in die tijd helemaal niets te beleven”.

Ik kan me zelfs nog vaag herinneren dat we eens, enkele jaren eerder, uit pure verveling het hek van de kalkoenenweide van onze Vordense baron Paul van der Borch in het bos bij kasteel Huize Vorden hadden opengezet zodat de kalkoenen weer van hun vrijheid konden gaan genieten, maar toen ik daarna thuis kwam had het nieuws zich al door ons dorp verspreid en werd ik spoorslags door mijn ouders teruggestuurd naar de plaats des onheils om met mijn maten in de zonde alle kalkoenen weer uit het bos en in de weide te drijven, zo ging dat toen. Maar dit terzijde.

Wie waren dan wel die talenten die meenden een bandje te moeten formeren in een tijd toen er nog van geen Toppop of Sterrenslag sprake was?

Dat was een groepje knapen dat toen veelal samen optrok: Henk Wiekart, Wim en Bert Polman, Herman Albers, Wim Bielderman en ik zelf, Wim Jansen.

Dat met elkaar optrekken had zich eerst hoofdzakelijk afgespeeld in dat supergrote Vordensebos, waar we intussen de weg wisten als in onze broekzakken. Maar sinds een paar jaar gingen wij s' zomers op onze fietsen heel Nederland rond en overnachtten we in jeugdherbergen, ja wij waren nogal 'van de actie', zal ik maar zeggen. En dus nu een bandje.

 

 

                                             Opening van de eerste avond op 22-01-1955 door Wim Polman

V.l.n.r; Henk Wiekart, Herman Albers; Wim Polman; Johan Boerstoel, Wim Bielderman, Karel Wolters; Bert Polman; Wim Jansen.

En welke instrumenten bespeelden deze knapen dan wel? Nou dat viel eigenlijk behoorlijk tegen, ik zal het opsommen: Henk Wiekart en Herman Albers speelden beiden behoorlijk mondharmonica en ik zelf had enkele jaren pianoles gehad, maar eerlijk gezegd had ik daar niet zo erg veel van opgestoken. Ook was ik toen leerling klarinettist bij Concordia.

Verder waren er in dat groepje vier die redelijk goed konden zingen en daarmee waren de muzikale vaardigheden wel zo’n beetje opgesomd.

Dat hield dus niet over maar het enthousiasme en de vindingrijkheid waren des te groter want er liepen in Vorden nog een paar knapen rond die ook wel iets konden met een muziekinstrument en die werden snel warm gemaakt om zich bij ons aan te sluiten. Dat waren Harrie Wientjes, een jongen uit het Westen van ons land die bij Weenk in Linde werkte en die goed overweg kon met de gitaar en de banjo; Johan Boerstoel die klarinet had leren spelen bij Sursum Corda en Karel Wolters, die wel wat jonger was dan de rest, maar prima fluit en picolo speelde en ook op de piano geweldig uit de voeten kon. Kijk, dat begon er een beetje op te lijken en nu was het zaak om een repetitieruimte te organiseren.

In die tijd was er in Vorden een jong echtpaar dat voortvarend bezig was een horecabedrijf op te bouwen, het waren Wim en Hennie Bakker van het gelijknamige hotel. Ze hadden daar een prachtige feestzaal bij laten bouwen en ze zagen wel wat in dat stelletje jonge knapen die een bandje wilden beginnen.

We kregen toestemming om s’ zondagmorgens deze zaal als oefenruimte te gebruiken, als we er maar voor zorgden dat bij vertrek alles weer netjes achtergelaten werd.

En zo ging ons anti-verveelproject van start nadat er eerst een passende naam was bedacht en wel “Songs and Rythme”.

Dat songs spreekt voor zich en het ritme werd verzorgd door Bert Polman op een geleend marstrommeltje van Concordia en door Wim Bielderman op een gebruikte theekist, met daaraan vastgemaakt een bezemsteel en een waslijndraad, zo had je een imitatie van een contrabas en dat werkte geweldig!

Vanaf die tijd werd er op de zondagochtenden gerepeteerd dat de vonken er af vlogen. Dat werd van lieverlee een gezellige boel, want zo iets gaat natuurlijk als een lopend vuurtje door een kleine dorpsgemeenschap die Vorden toen was en waar voor de jeugd niets te doen was. Het werd s’ zondagsmorgens gewoon een soort instuif waar jongeren elkaar ontmoetten tijdens de repetities van ons groepje, waarbij enthousiast meegeklapt werd met de bekende melodieën en ook werd er natuurlijk gedanst, allemaal oergezellig. En wij, als de aanjagers van dat alles voelden ons al snel kleine beroemdheden, eigenlijk wel logisch bij zo veel bijval.

 

 

                                                                   De zangroep, let op de concentratie!

V.l.n.r: Wim Bielderman, Herman Albers, Wim Jansen en Bert Polman en aan de piano Karel Wolters.

Niet alleen toehoorders, maar tevens jongelui die ook wel iets konden op een muziekinstrument kwamen er op af en die werden dan prompt uitgenodigd om ook mee te musiceren of een nummertje te spelen. Namen als Fransje Smit met zijn accordeon, Harrie Hilferink op trompet en Jannie Hoevers, die goed kon zingen, komen dan bij mij op, maar ook muzikanten die zich al bewezen hadden en die muziektechnisch ver boven ons stonden kwamen er op af zoals Joop Lauckhart, die toen al trompet speelde bij orkest De Notenkrakers uit Eefde en Henk van den Berg, accordeonist bij het bekende Vordense orkest de B.B.B. Band en zelfs muzikanten van buiten Vorden, zoals Tonnie Fraas uit Lochem. Deze jongens konden ook swingmuziek spelen met vrije improvisaties er in. Het werd soms een soort jamsession, ik vond het geweldig om dan een keer met zulke “grootheden” gmee te mogen spelen.

Na verloop van behoorlijk veel tijd ontstond er een soort van repertoire van liedjes en melodietjes die in die dagen populair waren en kwamen er verzoeken om eens een soort van feestavond te gaan organiseren waarop dan het ingestudeerde voor een wat groter publiek ten gehore kon worden gebracht.

En dat was natuurlijk nog eens wat anders dan muziek instuderen, nu werd er organisatietalent gevraagd en ook dat hadden we in huis, wat te denken van Wim Polman, die in het muziekgebeuren niet zo veel deed, maar in de rest zoveel te meer. Die kon toen al praten als Brugman en organiseren als de beste en dat was nou net wat we nodig hadden.

Er werd het plan geopperd om een besloten feest te organiseren want als je een openbaar feest hield, dan moest er een behoorlijk bedrag aan belasting afgedragen worden over de entreeprijs en daar voelden we toen al helemaal niets voor.

Zo’n besloten feest was gratis en ging op persoonlijke uitnodiging, we gingen met z’n allen bij elkaar zitten en iedereen gaf namen op van personen uit zijn familie- of kennissenkring die wel voor een feestje te porren waren en zo ontstond er dus een lijst van personen die geschikt waren om uitgenodigd te worden en natuurlijk niet te vergeten onze s’ zondagsmorgense aanhang, fanclub zouden we nu zeggen.

 

 

                                          Songs and Rythme in actie tijdens het eerste optreden op 22-01-1955

V.l.n.r: Henk Wiekart, Herman Albers, Wim Bielderman, Harrie Wientjes, Johan Boerstoel, Bert Polman, Karel Wolters en Wim Jansen.

De uitnodiging werd opgesteld en getypt en het concept werd, denk ik nu, 200 keer gestencild en niet op de post gedaan, maar door ons groepje persoonlijk op de fiets rondgebracht, want dat geld voor postzegels konden we zelf wel gebruiken. Misschien waren Wim van Til en zijn consorten bij de Vordense PTT daar toen wel kwaad over, dat weet ik nu niet meer, maar het hemd was toen ook al nader dan de rok dus dat deerde ons weinig.

Als datum was gekozen voor zaterdag 22 januari 1955 en daar leefden we naar toe als voor het zwaarste examen.

De al ingestudeerde nummers werden tot in den treuren herhaald tot we er flauw van werden en als speciale gast zou optreden de in die tijd zeer bekende Eefdense kapper annex goochelaar Grashuis, die zijn achternaam letterlijk in het Frans vertaald had in Herbe Maison, een waarlijk prachtige artiestennaam!

Hij was niet alleen een handige goochelaar, maar ook een handige zakenman, want hij had beloofd om gratis op te treden als hij dan na zijn optreden met de hoed rond mocht gaan voor een geldelijke bijdrage van het publiek. Onnadenkend hadden wij daarin toegestemd, maar ook wij wilden met hetzelfde doel met de hoed rond gaan, alleen onze rondgang kwam een uur later er toen viel het opgehaalde bedrag behoorlijk tegen. Zo moet je, als je jong en onervaren bent, altijd leergeld betalen.

 

                             De polonaise geleid door, op de rug gezien, Wim Polman, een groot succes!

Vele bekende Vordense gezichten vinden we terug op deze foto, waarvan ik van de dames hun meisjesnamen vermeld, van links naar rechts en van voor naar achter: Gerda Weenk, Annie Kalfsterman, Minie Wagenvoort, Wim Wassink, Willie Oosterink, Zwennie Bonke, Arie Wullink, Gerrit Remmers.

Dan 3e rij: Dinie Boers, Theo Eijkelkamp, daarachter Jan Wiekart, Annie Jansen, Alie Kamperman, Lammert Rouwenhorst, Co de Boer, Ans Pardijs, Jaap Hogendoorn.

Dan achter Lammert Rouwenhorst Ab Boers, schuin achter hem Marietje Weekhout, Annie Klein Lebbink. Jo Wesselink, Willie Smit, daarachter Minie Wahl.

Overdag hadden we de hele zaal versierd met aardbeiennetten, dennengroen en ballonnen en ook het podium was omgetoverd tot een soort oosterse ruimte met prachtig gedrapeerde kleden en tapijten aan de wand, dat kon je ook toen al rustig aan onze regelneef Wim Polman overlaten en hij bracht de wanddecoraties en verdere benodigdheden gewoon mee van huis.

Ook Johan Boerstoel had blijk gegeven artistieke talenten te bezitten want hij had twee prachtige schilden met onze orkestnaam Songs and Rythme ontworpen en geschilderd en daarmee tevens bewezen dat hij goed had opgelet tijdens zijn opleiding tot decoratieschilder.

Allemaal heel positief dus, evenals de reacties van ons talrijke publiek die avond toen ze de zaal betraden, we kregen al applaus voordat er een noot gespeeld was.

Het programma dat we afwerkten was vrij simpel en ook niet erg groot, ik denk dat we hooguit twintig liedjes konden spelen en we hebben ze allemaal zeker twee keer gespeeld, de rest werd opgevuld met het draaien van grammofoonplaten en dat was geen enkel probleem, het publiek vond het prachtig!

Vooral de door ons gezongen nummers waren een groot succes, we kregen een staande ovatie. Ons zanggroepje bestond uit vier knapen; Wim Bielderman, Herman Albers, Bert Polman en Wim Jansen, een  vierknapenkoor, dus. We hadden ongeschoolde stemmen of je moet het wekelijkse zanguurtje in de zesde klas van de lagere school bij meester Vedders zangles willen noemen. Ik zou er die naam echter zeker niet aan willen geven want meester Vedders was echt een prima onderwijzer, daarover wil ik geen kwaad woord horen, maar hij was zo muzikaal als een bezemsteel, wat ook bleek uit zijn vioolspel dat was echt niet om aan te horen, dan moest je de neiging onderdrukken om gillend de klas uit te rennen.

Ik heb toen één keer de fout gemaakt om, toen de meester zijn viool weer eens uit de kist pakte, iets te hard tegen mijn bankgenootje te zeggen: “o jee, noe kriege wielle dat gejammer weer”. Dat betekende voor mij einde oefening en een plaatsje op de gang en het is daarna nooit meer helemaal goed gekomen tussen de meester en mij.

Ongeschoolde stemmen dus maar we zongen echt als lijsters, vraag het maar na aan al die mensen die er toen bij waren, ze hebben het er nog wel eens over, heb ik gehoord. Na veel oefenen zongen we zelfs driestemmig en dat konden ze in die tijd vermoedelijk bij het Vordens Mannenkoor niet eens, denk ik(grapje).

Zeer bekende liedjes uit die tijd die door ons over het voetlicht gebracht werden waren o.a: Down by the riverside; Oh baby mine; Heart of my haert, Mister sandman, When the Saints go marching in enz. Ja inderdaad, ook toen al Engelstalig.

De inkomsten op die avond konden dan in onze ogen wel wat zijn tegengevallen, er bleef wel genoeg over om een voor een prikje te koop aangeboden tweedehandse altsaxofoon te kunnen kopen, waarop Johan Boerstoel zich zelf binnen de kortste keren perfect leerde spelen en wat de klank in het orkestje zeer ten goede kwam.

Ook Wim Bielderman kreeg een creatieve ingeving want met toestemming van timmerman Bijenhof mocht hij in diens werkplaats een heuse namaak contrabas in elkaar knutselen!

De drumsectie tenslotte werd uitgebreid met een heuse basetrom met voetpedaal. Ik weet het niet zeker maar zeer waarschijnlijk was dat de basetrom die de bekende Vordense drummer/trompettist Joos Böhmer van de eerder al genoemde B.B.B. Band vlak na de oorlog bij zijn toenmalige werkgever De Gems in de avonduren zelf gemaakt had. Zo ging dat in die naoorlogse jaren, wat je niet kon kopen dat maakte je zelf, als je daarvoor tenminste de kennis en de materialen had.

Na dit succes moest er natuurlijk een vervolg komen, daar werd van alle kanten op aangedrongen en dan vooral van de Vordense jeugd maar natuurlijk ook van ons zelf, want succes smaakt naar meer, ook toen al.

Dus werd er toegewerkt naar een volgend optreden en dat moest vanzelfsprekend beter en grootser worden. De artistiekelingen onder ons hadden geweldige ideeën; die avond zou als thema Amerika krijgen en er zou onder andere op de achtergrond een decor moeten komen van de skyline van New York, een niet geringe opgave!

Johan Boerstoel en Herman Albers gingen daarmee aan de slag en het resultaat werd werkelijk fantastisch, de contouren van de geschilderde gebouwen werden bewerkt met lichtgevende verf en het was de bedoeling om tijdens het optreden dan ineens al het licht in zowel de zaal als op het toneel te doven, zodat er een prachtig lichteffect zou ontstaan.

Onze optredens zouden worden afgewisseld met het twee maal een half uur optreden van een cabaretgroepje uit Zutphen, amateurtjes net als wij. Iemand van ons had ze in Zutphen zien optreden en ze aanbevolen.

De zaal was die avond afgeladen en nadat wij zelf het eerste optreden hadden verzorgd was het de beurt aan de cabaretgroep en dat viel totaal niet in de smaak van ons en ook niet in de smaak van ons publiek, het was gewoon afgrijselijk slecht. Na 20 minuten begon het publiek in de zaal te morren en toen was voor ons de maat vol. Wim Bielderman trok zonder pardon in twee forse halen de toneelgordijnen dicht en Wim Polman kondigde met een stalen gezicht aan dat er weer gedanst mocht worden en wel op grammofoonmuziek dat vrijwel direct daarna uit de luidspreker klonk. De cabaretclub werd, niet al te vriendelijk, verzocht om te vertrekken en kon zonder vergoeding terug naar Zutphen.

 

                                                 Songs and Rythme in een wat ander samenstelling tijdens een repetitie.

V.l.n.r: Harrie Hilferink, Frans Smit, Bert Polman, Johan Boerstoel, Harrie Wientjes en Wim Jansen.

De consequentie daarvan was dat we de hele avond zelf moesten vullen dus er zullen wel wat meer grammofoonplaten gedraaid zijn dan eerst de bedoeling was, maar ons publiek vond het allemaal prima.

Bij ons derde optreden die avond werden tijdens het spelen van een door Karel Wolters speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde blues plotseling alle lichten gedoofd en stond er achter ons op het podium het lichtgevende silhouet van de wereldstad New York, het gaf werkelijk een prachtig effect dat door het publiek met een staande ovatie werd beloond.

Deze besloten avonden waren een groot succes, ik denk dat we er minimaal vier georganiseerd hebben en daar werd natuurlijk over gepraat in ons dorp met als resultaat dat we op een gegeven moment van onze Vordense dansmeester Kroneman het verzoek kregen om te komen optreden op het tussenbal van zijn dansschool in de zaal van Café Bello in Hall, ons eerste optreden buiten Vorden.

In mijn beleving zijn we daar toen naar toe gereden met de door de familie Bakker van het hotel beschikbaar gestelde Jeep met aanhanger, waarmee normaliter het vuilnis naar de stortplaats werd gebracht, maar verder wist zich daar niemand meer wat van te

herinneren, ook niet wie het ding bestuurd zou hebben.

Voor dezelfde dansschool Kroneman hebben we ook nog een keer opgetreden op het eindbal in zaal Wildebeest in Doetinchem.

Zo hebben we prachtige tijden beleefd in een periode waarin de jeugd voor een groot deel op zichzelf was aangewezen en daar dus blijkbaar ook goed mee kon omgaan.

Songs and Rythme heeft bestaan tot begin 1957, toen er door verschillen in inzicht een einde kwam aan dit unieke orkestje.

 

Met dit verhaal heb ik getracht een sfeerbeeld te schetsen van zo maar een episode uit onze jeugd in Vorden in de 50er jaren.

Wim Jansen, november 2012.